Nieuws

Hoe schat het vastgoedpanel van De Tijd de toekomst van de huurmarkt in? Aan welk soort vastgoed geven ze de voorkeur? In welke hoek zit het beste rendement? En waarom krijgen grote steden als Antwerpen, maar ook Oostende, een stipnotering?

1. Wat is vandaag de beste investering op de woningmarkt?

De experts houden het simpel: de beste belegging op een termijn van vijf jaar is volgens hen het klassieke appartement, op de voet gevolgd door het al even klassieke woonhuis.  Op de derde plaats, maar op ruime afstand, volgen het tweede verblijf aan de kust en het rusthuisvastgoed. De top vijf wordt vervolledigd door de assistentiewoning.

Eén bemerking wel: op forse prijsstijgingen zoals vóór de financiële crisis moet u niet langer rekenen. Er is weinig of geen kans  dat we terugkeren naar  de gemiddelde prijsstijging van woningvastgoed tussen 2000-2010, is de boodschap van het panel van experts. In die periode was niet alleen de inflatie hoger dan vandaag. De dalende rentevoeten waren toen nog hét smeermiddel van de woningmarkt. De komende jaren kunnen die niet meer veel dalen. De kans is zelfs reëel  dat ze wat gaan stijgen.

2. Welk huurrendement is realistisch?

Vergeet brutorendementen van 6, 7 of zelfs 8 procent – getallen waar sommige projectontwikkelaars graag mee goochelen.  Voor een woonhuis verwacht het panel op een termijn van vijf jaar een nettorendement van 2,7 procent per jaar. Voor een appartement is dat 2,5 procent. Omdat de prijzen van woningen de voorbije jaren sneller stegen dan de huurprijzen is het rendement ervan de voorbije jaren gedaald. Maar in vergelijking met de rente op een spaarboekje of obligatie is dat huurrendement  nog  best aanvaardbaar. Om zo’n nettorendement te behalen moet u wel kunnen vertrekken van een brutorendement  van  4 à 5 procent per jaar.  ‘Wie én handig is én tijd heeft, kan zijn rendement wel opkrikken’, merkt Hans Bevers van Degroof Petercam op.

3. Welk type van vastgoed geeft het hoogste huurrendement?

Wie een recurrent inkomen wil, besteedt meer aandacht aan dit criterium. Volgens onze experts voeren het klassieke appartement en het klassieke woonhuis ook hier de rangschikking aan. De assistentiewoning komt op de derde plaats, gevolgd door studentenhuisvesting en rusthuisvastgoed.

Het tweede verblijf haalt de top vijf niet. Dat hoeft ook niet te verbazen: de meeste Belgen gebruiken het gewoon voor zichzelf of verhuren het slechts een deel van de tijd.

Wat geeft vandaag het beste huurrendement?

  1. Appartement
  2. Huis
  3. Assistentiewoning
  4. Rusthuisvastgoed
  5. Studentenhuisvesting
  6. Tweede verblijf in buitenland
  7. Tweede verblijf aan de kust
  8. Tweede verblijf in binnenland

4. Zullen de huurprijzen de stijging van de woningprijzen kunnen volgen?

Twee op de drie experts denken van wel. Dat is op het eerste gezicht verbazend. De voorbije jaren stegen de huurprijzen beduidend minder sterk dan de woningprijzen. Op de particuliere huurmarkt bleven de prijsstijgingen de voorbije twintig jaar in Vlaanderen beperkt tot 1,8 procent per jaar. Op de sociale huurmarkt was er, mee door de  sterke kwalitatieve verbetering, een toename met 3,1 procent per jaar.  De prijzen in de meeste segmenten op de woningmarkt stegen in die periode met gemiddeld 5 à 6 procent per jaar. Maar dergelijke prijsstijgingen zijn volgens de experts absoluut niet realistisch meer. Ze gaan er wel van uit dat de huurprijzen de inflatie zullen volgen. ‘Alles hangt af van woningtype en  prijsklasse, maar we verwachten dat de huurprijzen met gemiddeld een half procentpunt méér per jaar dan de inflatie zullen stijgen’, stelt Peter Decelle van de studiedienst van CIB Vlaanderen.

5. Is er een gezonde vraag?

De huurmarkt is vandaag een markt met twee snelheden. De onderkant van de particuliere huurmarkt wordt almaar problematischer. Tegelijkertijd is er een renaissance in het middensegment van de huurmarkt. Er zijn meer jongere starters, vaak tweeverdieners, die langer blijven hangen in de huurdersmarkt. Vaak omdat de aankoop van een woning budgettair niet meteen mogelijk is. Maar steeds meer jongeren kiezen er ook bewust voor om nieuwe nomaden te zijn. Ze willen mobiel blijven, zodat ze gemakkelijk kunnen verhuizen naar elders in binnen- of buitenland.

Ook almaar meer senioren verkiezen hun eigen woning buiten de stad te ruilen voor een huurappartement in de stad of in het dorpscentrum. Zeker wanneer duidelijk is dat de kinderen geen interesse hebben om de ouderlijke woning over te nemen. Huren geeft niet alleen minder zorgen, het vereenvoudigt ook  het regelen van de successie.

6. Is er een interessant aanbod?

Er is een kwalitatief aanbod aan nieuwbouw, zonder dat er sprake is van een algemeen overaanbod. De lokale situatie kan wel sterk verschillen. ‘In Brussel moet u uitkijken voor een overaanbod aan de bovenkant van het middensegment’, waarschuwt Sophie Lambrighs van de beursgenoteerde vastgoedgroep Home Invest Belgium.

Beleggers tonen meer interesse in woningen die ze kunnen verhuren. Ze willen alleen nog investeren in nieuwe of recente instapklare panden. En ze verkiezen appartementen. De strengere normen hebben wel de kostprijs verhoogd en dus ook de nieuwbouwprijzen.

7. Wat zijn de bedreigingen bij verhuur?

Wanbetaling en niet recupereerbare schade blijven belangrijke kopzorgen. Net als leegstand en het vele werk, vooral naar aanleiding van een (her)verhuur of wanbetaling.  Maar die zorgen zijn van alle tijden.

De experts waarschuwen vandaag in de eerste plaats voor een wijziging van de fiscaliteit. Bijna de helft van hen verwacht een toename  van de fiscale druk, de andere helft vermoedt dat de fiscaliteit ongewijzigd zal blijven. Bij dat laatste wordt niet uitgesloten dat er belangrijke verschuivingen zullen komen die ‘budgetneutraal’ zijn voor de overheid, maar  voor een individuele vastgoedinvesteerder een wereld van verschil kunnen maken. Slechts één expert verwacht een daling van de fiscale druk.

Onder impuls van Europa en een deel van de pulblieke opinie valt niet uit te sluiten dat er wordt overgestapt naar een belasting op reële huurinkomsten in plaats van het kadastraal inkomen.  Op federaal vlak wordt ook al een tijdje gediscussieerd over een uitbreiding van het verlaagd btw-tarief voor sloop met wederopbouw. Vanuit het streven naar meer duurzaamheid een zeer logische stap, al hangt er wel een prijskaartje aan vast voor de overheid, die dat elders zal willen compenseren.  Op Vlaams niveau is er dan weer discussie over het klein beschrijf.

Naast de fiscale regelgeving mag ook de regelgeving over energiezuinigheid, veiligheid of marktregeling door de overheid niet worden onderschat. Die kan verschillen van gewest tot gewest. ‘Vlaanderen neemt maatregelen om het verhuren aan te moedigen, bijvoorbeeld door de waarborg van twee naar drie maanden te brengen. Maar in Brussel en Wallonië lijken ze dan weer de verhuur te ontmoedigen’, zegt Xavier Carbonez van Investimmo, een bedrijf dat vastgoedbeleggers hulpmiddelen aanreikt om het rendement van hun portefeuille te optimaliseren.

Top 10 van interessante steden om te investeren in 2017

  1. Antwerpen
  2. Brussel
  3. Gent
  4. Mechelen
  5. Oostende
  6. Aalst
  7. Brugge
  8. Leuven
  9. Hasselt
  10. Kortrijk
Bron: Netto